van
Harold Pinter
vertaling Gerrit Kouwenaar

Bedrog” in burgerlijke zin opgevat: je partner seksueel ontrouw zijn. Pinter heeft onder deze eerste laag van het “simpele” bedrog een patroon geweven van kleine, maar soms verstrekkende
bedriegerijen: halve waarheden , dubbelzinnigheden, onvolledige bekentenissen en misverstanden . Ook zakelijke belangen spelen een verhullende rol.
Zo kunnen drie personages het nog knap ingewikkeld maken.
De personages lijken hun echte gevoel consequent te verbergen. Is dat zo? Zijn ze op sommige momenten niet eventjes eerlijk? Maar welke dan? En is een van de drie de “kleinste bedrieger” ? Of zijn ze aan elkaar gewaagd?
Harold Pinter (1930) schreef Betrayal (Bedrog) in 1978 naar aanleiding van hoogstpersoonlijke ervaring met overspel. Hij kende het onderwerp driehoeksverhoudingen uit eigen praktijk. En in eerder werk van Pinter zijn seksualiteit en overspel ook al aan de orde.
Pinter had tijdens zijn rumoerige huwelijk met Vivien jarenlang een relatie met Joan Bakewell, televisie-presentatrice. Deze driehoeksverhouding duurde van 1962 tot 1969. Het was deze affaire die in 1978 leidde tot het schrijven van Bedrog. De première van Bedrog vond plaats in 1978, in regie van Peter Hall
Spel:
Jan van de Bovenkamp
Harrie Vleerlaag
Gerie van der Land-Zijderveld
Gerrit Kistemaker
Robert
Jerry
Emma
Ober
Toneelbeeld/regie:
Hans van Buuren
Grafische vormgeving:
Wim de Valk