Naar het boek van
B.Traven
voor toneel bewerkt door
Hans van Buuren

Het Doodenschip vertelt het verhaal van de Amerikaanse zeeman Gerard Gale; die na een nacht passagieren in Antwerpen ontdekt dat zijn schip te vroeg is vertrokken en dat hij alleen, zonder geld en bezittingen is achtergelaten. Zonder zijn monsterboekje is Gales niemand, zijn consul wil hem niet kennen en hij hij ‘bestaat’ niet meer. Na vele omzwervingen belandt hij in Spanje en monstert aan op een vervallen vrachtschip, de “Yorrike”. Zowel bemanning – het laagste uitschot – als schip lijken ten dode opgeschreven te zijn. Het schip is door de rederij voorbestemd om ten onder te gaan, teneinde de verzekeringsgelden te kunnen innen. De werkomstandigheden aan boord van het schip zijn mensonwaardig, niemand bekommert zich om het welzijn van de bemanning. De monotonie van iedere dag en het zware werk, doen bemanning tijd en plaats vergeten. Het is werken om te overleven, maar het einde staat onherroepelijk vast.
Vuilverbranding ideale plek voor Doodenschip LC 26 mei 1989
LC 28 mei 1989
FD 28 mei 1998
“Wie hier binnentreedt
Diens naam en zijn zijn uitgewist
Hij is weggevaagd
Van hem is niet een ademtocht meer over
In de wijde wijde wereld”
Het Doodenschip is een bewerking voor toneel van het gelijknamige boek uit 1934 van de Mexicaans/Duitse schrijver B. Traven. Het is een lofzang op de individuele geest en-op de geestkracht van de vertrapten en onderdrukten, iets wat in onze tijd, gekenmerkt door etnische en andere conflicten nog steeds actueel is.
Over de hele wereld zijn ruim 10 miljoen mensen stateloos. Zij worden door geen enkel land erkend als staatsburger en genieten dan ook nergens de rechten en plichten die het staatsburgerschap met zich meebrengt. Dat betekent dat zij ook geen beroep kunnen doen op de de rechten die aan nationaliteit verbonden zijn. Dat maakt hen heel kwetsbaar. Legaal werken behoort dan bijvoorbeeld niet tot de mogelijkheden.
De acteurs in de voorstelling zijn veroordeeld tot donkere machinekamer van een oud stoomschip: de hitte en het labyrint van buizen en ketels. De weg naar buiten is als de weg uit de hel. Voor hen die hier: werken lijkt dit het eindpunt van alles.
De oude vuilverbrandingsoven van Leeuwarden: zwartgeblakerd, grauw en onherbergzaam, waar ook dag na dag het vuur brandde terwijl zwoegende arbeiders het hongerige vuur voedden, was voor ons dé locatie voor Het Doodenschip…
Regie / tekst
Dramaturgisch advies
Gale
Stanislav
Muziek / Geluidsdecor
Kostuums
Lichtontwerp:
Techniek:
Productie
Dokwerkers`
Hans van Buuren
Margreet de Heer
Colin Vosveld
Eric Karsen
Arjen Bras
Anneke Soldaat
Kees Botman
Rob Mol
Jos de Vooght
Simone Montsma
Rufus, Hans, Menno, Heidi, Tjitske, Bauke, Wil, Sven, Leo, Feitze e.v.a.


Met dank aan: Eetcafé Het Leven, Intermap, Enschede, Afvalsturing Friesland, Daan Loonstra, VSB fonds, Gemeente Leeuwarden, Je Maintendrai, Lammert Koopmans Stichting, Stichting Het Nieuwe stadsweeshuis, Jukkema Siderius Fonds, Theater Romien, Eringa Licht en Geluid, All Time Soundsytem, Duikschool de Tuimelaar, Stoomboot de Arend.